Marsmannetjes zijn beleefd
Vorige week liepen er marsmannetjes in m'n straat. Ze leken heel erg op gewone mensen, maar droegen allemaal hetzelfde pakje, waren gewapend met het soort buitenaardse toestellen waarmee je ook landmeters wel eens ziet rondhossen, hadden de wereldvreemdheid van ambtenaren en vooral: ze spoten gele verf op straatstenen, trottoirtegels, gevelplinten,...
Ik zag m'n huisje al tegen de vlakte gaan, van de kaart geveegd om plaats te maken voor dikke Hermelijntrams die op volle snelheid langs zouden sjezen. De enige manier om meer zekerheid te winnen over de ware missie van die marsmannetjes was: er gewoon de rechtstreekse confrontatie mee aangaan.
"M'neer, wa zijde gij aan 't doen?"
"Ah, spuiten he madameken"
"En wat zijde gij aan 't spuiten?"
"Ah, verf he madameken"
"En voor wat is dat dan?
"Ah, om gele meten te zetten he madameken"
...
Ongeveer vijf volle minuten later wist ik eindelijk wat ik moest weten: de bovenleidingen van de tram zouden vervangen worden, en daarvoor moesten nu de nodige markeringen aangebracht worden. M'n huisje kan dus rustig blijven staan, al bestaat er een minikans dat er een haak voor kabelwerk door m'n façade wordt geslagen. Al bij al toch een opluchting dat marsmannetjes met twee woorden spreken...