Zaterdagavond
Afgelopen zaterdagavond had ik afgesproken met D., om zoals intussen al enige tijd een traditie is, nog eens samen 't stad in te duiken. D. zou tegen zeven uur naar m'n huisje komen, en klokslag 18.30u was ik net klaar met een verfklus. Te weinig tijd om wat nieuws te beginnen dus - rekening houdend met een beetje 'omkleedtijd' - en te veel tijd om gewoon op m'n luie gat op de trap te gaan zitten - ik heb nog geen verwarming. Het ideale gaatje tussenin de gestage loop der tijden en de snelle mensenwereld om even naar een bankautomaat te wandelen om voldoende proviand in te slaan voor een avondje richting centrum. Omdat ik niet zeker wist of ik D. onderweg niet al zou aantreffen, doofde ik alle lichten en sloot ik de boel maar af.
Zowat 20 minuten later, even voor zeven, was D. nog steeds niet te bespeuren, dus besloot ik maar weer m'n werf op te duiken. 't Was niet echt een temperatuur om in je truitje gewoon wat op straat rond te hangen, en met mijn babyface zouden mensen wel al eens kunnen denken dat ik een losgeslagen jongere ben, op zoek naar een vroemtuig om me te verwarmen. Soit, ik dus terug binnen.
De sleutel in het slot, klink omhoog en binnen. Drie stappen verder, de donkere gang in, en dan naar rechts. Twee stappen verder, slalommend tussen de plekjes waar de waterkoker en een oude klokradio zouden moeten staan. De hoofdschakelaar van de elektriciteitskast terug omhoog gezet. Opnieuw twee stappen achteruit, weer naar links, de gang op. Zes stappen verder, de deur naar de keuken opengedaan. Twee stappen vooruit, tot in het midden van de kamer. In de duisternis op zoek naar de enige nog resterende lichtschakelaar, die middenin de kamer van het plafond naar beneden bengelt. Zachtjes de elektriciteitsdraad tussen m'n vingers voelen glijden, tot ik het einde vast heb. Een druk op de knop en...
Plots een witte schim langs het raam zien schieten, een harde klap tegen de achterdeur...
Na een korte huppel van m'n hart heb ik vlug het licht in m'n achterbouw doen branden - niks te zien in de tuin - vlug de mijnwerkerslamp op de eerste verdieping doen branden in de stekker, en de trap op naar boven - weer niks te zien in de tuin - vlug het raam open om te luisteren naar m'n tuintje - niks dan de gewone buurtgeluiden: een tram, een turk, een kind,...
Ik kan niks anders bedenken dan dat ik één of andere poes die m'n venstertablet net had opgezocht voor een dutje de daver op het lijf heb gejaagd. Hoewel ik nog maar één keer een poes heb gezien in de buurt, en dat was een donkere schildpad. Wat voor beest het ook was, we staan in elk geval wel quitte, met allebei een verkorting van ons leven als gevolg van deze ongewilde ontmoeting. Maar hij of zij is gewaarschuwd: Hulla en Baloo komen er aan!
Zowat 20 minuten later, even voor zeven, was D. nog steeds niet te bespeuren, dus besloot ik maar weer m'n werf op te duiken. 't Was niet echt een temperatuur om in je truitje gewoon wat op straat rond te hangen, en met mijn babyface zouden mensen wel al eens kunnen denken dat ik een losgeslagen jongere ben, op zoek naar een vroemtuig om me te verwarmen. Soit, ik dus terug binnen.
De sleutel in het slot, klink omhoog en binnen. Drie stappen verder, de donkere gang in, en dan naar rechts. Twee stappen verder, slalommend tussen de plekjes waar de waterkoker en een oude klokradio zouden moeten staan. De hoofdschakelaar van de elektriciteitskast terug omhoog gezet. Opnieuw twee stappen achteruit, weer naar links, de gang op. Zes stappen verder, de deur naar de keuken opengedaan. Twee stappen vooruit, tot in het midden van de kamer. In de duisternis op zoek naar de enige nog resterende lichtschakelaar, die middenin de kamer van het plafond naar beneden bengelt. Zachtjes de elektriciteitsdraad tussen m'n vingers voelen glijden, tot ik het einde vast heb. Een druk op de knop en...
Plots een witte schim langs het raam zien schieten, een harde klap tegen de achterdeur...
Na een korte huppel van m'n hart heb ik vlug het licht in m'n achterbouw doen branden - niks te zien in de tuin - vlug de mijnwerkerslamp op de eerste verdieping doen branden in de stekker, en de trap op naar boven - weer niks te zien in de tuin - vlug het raam open om te luisteren naar m'n tuintje - niks dan de gewone buurtgeluiden: een tram, een turk, een kind,...
Ik kan niks anders bedenken dan dat ik één of andere poes die m'n venstertablet net had opgezocht voor een dutje de daver op het lijf heb gejaagd. Hoewel ik nog maar één keer een poes heb gezien in de buurt, en dat was een donkere schildpad. Wat voor beest het ook was, we staan in elk geval wel quitte, met allebei een verkorting van ons leven als gevolg van deze ongewilde ontmoeting. Maar hij of zij is gewaarschuwd: Hulla en Baloo komen er aan!
5 Comments:
nhtWaar ben je mee bezig?
Als je nu al de dieren tegen elkaar zal opzetten en dit puur uit eigenbelang.
Zet uw tuinkabouter buiten dat is de beste oplossing, misschien helpt dat wel tegen zijn overgewicht.
Het afrikaantje
Je mag dan wel de schrik van je leven hebben gehad, het heeft in elk geval een prachtzin opgeleverd:
"Hoewel ik nog maar één keer een poes heb gezien in de buurt, en dat was een donkere schildpad."
Had die zin ook opgemerkt. Zalig!
Maar ik kan me goed voorstellen dat je flink geschrokken was!
dat was vast octoman; volgens mij zit die al lang niet meer in Roeselare
Help! Octoman komt!!
Een reactie posten
<< Home